Long Tall Ernie & The Shakers – Get Yourself Together (Alarmschijf 1975)

Op 22 maart 1975 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Get Yourself Together’ van Long Tall Ernie and the Shakers. Het nummer werd geschreven door Arnie Treffers, Tony Britnell en Jaap Eggermont.  De Arnhemse band ontstond min of meer als grap uit de Arnhemse groep Moan, voorheen The Moans, waarin ook onder meer Herman Brood, pianist Jaap Dekker en de latere Cuby & The Blizzards-bassist Jaap van Eik hun carrières begonnen. Bij optredens speelde Moan ‘progressieve’ popmuziek.  Na de pauze kwamen de bandleden verkleed als rockers met vetkuiven terug en spelen een set rock-’n-roll-covers als Long Tall Ernie & The Shakers.

‘You Should Have Seen Me’ werd in 1973 de eerste hit onder de naam Long Tall Ernie & Shakers. Na ‘Big fat mama’  werd ‘Get yourself together’ in 1975 de vierde hit voor Long Tall Ernie & Shakers en hun eerste top tien hit. Het nummer bereikte de 9e plaats in de Nederlandse Top Veertig. Intussen hadden Jan ‘Jumping Johnny’ Rietman en Henk ‘The Knife’ Bruysten in 1974 de groep verlaten. Na wat wisselingen waren Tony Britnell (saxofonist van Shakin’ Stevens & The Sunsets), Carl Busköhl (gitaar), Ruud van Buuren (bas) (ex-Livin’ Blues) en Jan Pijnenburg (drums) (ex-Lucifer) aangetrokken als nieuwe leden. In 1977 zou Long Tall Ernie & Shakers hun grootste hit scoren met ‘Do you remember’.

 

Queen – Now I’m Here (Troetelschijf 1975)

Op 15 maart 1975 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Now I’m here’ van Queen. Brian May schreef het nummer toen hij in het ziekenhuis lag met hepatitis. ‘Now I’m here’ was te vinden op de LP ‘Sheer heart attack’. Hun derde plaat, waar o.a. ook ‘Killer queen’ op stond. ‘Now I’m here’ was geïnspireerd op de Amerikaanse tour van Mott the Hoople, waar Queen de support act was. In de lyrics van ‘Now I’m here’ vind je o.a. terug de regel “Down in the city, just Hoople and me.” Brian May haalde het einde van de toer niet, nadat hij geveld werd door hepatitis.

Freddy Mercury haalde in 1976 herinnering op aan ‘Now I’m here’: “It was nice. That was a Brian May thing. We released it after “Killer Queen.” And it’s a total contrast, just a total contrast. It was just to show people we can still do rock ‘n’ roll – we haven’t forgotten our rock ‘n’ roll roots. It’s nice to do on stage. I enjoyed doing that on stage.”  Deze Queen single kwam in de Nationale Hitparade niet verder dan nummer 29.

 

The Osmonds – Having a party (Alarmschijf 1975)

Op 15 maart 1975 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Having a party’ van The Osmonds. Het nummer werd geschreven door Bobby Massey en Hidle Brown Barnum en was te vinden op de LP ‘Love me for a reason’. Bobby Messey maakte tot 1971 deel uit van The O’Jays om zich daarna toe te leggen op songwriting en produceren.  Hidle Brown werkte eerder samen met o.a. Frank Sinatra, Etta James, Aretha Franklin, The Supremes en Lou Rawls. ‘Having a party’ was in de Nederlandse Top Veertig hun laatste hit en behaalde de 20e plaats. De carrière van de familie Osmond was echter niet voorbij: tot en met 1987 behaalden ze nog regelmatig de Amerikaanse charts.  

 

Steve Harley & Cockney Rebel – Make Me Smile (Troetelschijf 1975)

Op 8 maart 1975 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Make me smile’ van Steve Harley & Cockney Rebel. Frontman Steve schreef het nummer voor hun album ‘The Best Years of Our Lives’. Harley produceerde de song samen met Alan Parsons. Het was de eerste single van de band onder de naam “Steve Harley & Cockney Rebel”, nadat zij tot dan toe bekend stonden onder enkel “Cockney Rebel”. In juli 1974 ging de originele bezetting van Cockney Rebel uit elkaar, waarop Harley een nieuwe band samenstelde.

In ‘Make me smile’  beschreef hij zijn gevoelens over het uit elkaar gaan van de band.  Steve Harley was hier niet blij mee, en schreef vervolgens deze tekst om de voormalige bandleden een koekje van eigen deeg te geven. Oorspronkelijk was ‘Make me smile’ een langzaam bluesnummer. Nadat producer Parsons het nummer hoorde, vroeg hij aan Harley om een sneller tempo aan te houden, omdat hij vond dat het beter paste.  De “ooh-la-la-la”‘s, gezongen door het achtergrondkoor, bestond uit onder meer Tina Charles en Yvonne Keeley, is geïnspireerd door de Rubber Soul-periode van The Beatles. Toen het nummer af was, had de band er vertrouwen in dat het een grote hit zou worden. Daarin kregen ze gelijk: het werd o.a. een nummer 1 hit in Engeland. In de Nationale Hitparade behaalde ‘Make me smile’ de 5e plaats.

 

Teach-In – Ding-a-dong (Alarmschijf 1975)

Op 8 maart 1975 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Ding-a-dong’ van Teach-In. Het nummer werd geschreven door Dick Bakker, Will Luikinga en Eddy Ouwens. Met deze song vaardigde Nederland de groep af naar het Eurovisie Songfestival, dat in 1975 plaats vond in het St. Eriks Congres- en Jaarbeurscentrum in Stockholm.  Tenslotte won ABBA een jaar eerder de eerste plaats binnen met ‘Waterloo’. Negentien landen nemen deel aan dit festival, waarbij Turkije voor het eerst meedoet. Grote kanshebber voor de overwinning zijn de Britse Shadows, maar zij blijven steken op de tweede plek met ‘Let Me Be The One’.

De winst gaat namelijk naar ‘Ding-a-Dong’ van Teach-In. De concurrenten vooraf in de Nationale Finale waren Albert West en Debbie. Alle drie artiesten zongen dezelfde 3 nummers: ‘Circus’, ‘Ik heb geen geld voor de trein’ en ‘Ding-a-dong. Nadat bekend was geworden dat ‘Ding-a-dong’ het winnende lied was moest worden bepaald welke artiest eraan gekoppeld zou worden. En dat werd Teach In!

De groep mocht het Eurovisie Songfestival openen en zag, kwam en overwon! Na Engeland werd Italië derde met ‘Era’, gezongen door Wess en Dori Ghezzi.  Teach In bereikte de 3e plaats in de Nederlandse Top Veertig. ‘Ding-a-dong’ werd ook een internationaal succes. Zo behaalde het in de Britse hitparade de 13e plaats.

 

Cunningham – Norma Jean (Troetelschijf 1975)

Op 1 maart 1975 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Norma Jean Wants to Be a Movie Star’ van Cunningham. Het nummer schreef John Collins Cunningham zelf en het werd zijn enigste hit in de Nationale Hitparade.  Norma Jean was de werkelijke naam van de wereldberoemde filmster Marily Monroe waar het liedje ook helemaal over gaat.  Cunningham kwam uit de stal van de muziekproducenten Dennis Lambert en Brian Potter. Verder schreef Cunningham ook voor andere artiesten, zoals countryzanger Glen Campbell.  ‘Norma Jean’ bereikte de 10e plaats in de Nationale Hitparade en was ook een hit in België, maar:  het nummer bleef net buiten de Billboard Hot 100.  ‘Norma Jean’ is te horen in de film Goodbye, Norma Jean uit 1976. Sundown Company zong het nummer toen voor één weekje de Billboard Hot 100 in (plaats 84).

 

Squallor – Bla Bla Bla Je T’Aime (Alarmschijf 1975)

Op 1 maart 1975 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Bla bla bla je táime’ van Squallor.  Dit nonsens plaatje werd geschreven door Gaetano Savio, Giancarlo Bigazzi en Mario Pace.  Het drietal was actief in de muziekindustrie, maar maakten ook samen absurdistische, satirische en politiek incorrecte albums.  Behalve Savio, Bigazzi en Pace maakte ook Alfredo Cerruti deel uit van de groep. Squallor werd in 1973 opgericht en maakten niet minder dan 14 albums, waaronder ‘Vacca’ (Koe) en ‘Uccelli d’Italia’ (Vogels van Italië).  ‘Bla bla bla je t’aime’ was te vinden op hun 2e LP ‘Palle’.  Het nummer bereikte zowaar de Nederlandse Top Veertig, maar hoger dan nummer 32 kwam het niet.

 

Grand Funk Railroad – Some Kind Of Wonderful (Troetelschijf 1975)

Op 22 februari 1975 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Some Kind of Wonderful’ van Grand Funk Railroad. Het nummer werd geschreven door John Ellison en werd in 1967 voor het eerst op single gezet door Soul Brothers Six. Hun versie werd echter geen succes. Maar wel in de cover versie van Grand Funk Railroad.  Deze band ontstond uit een solide arbeidersklasse van Flint, Michigan, die een grondslag was voor een nieuwe generatie van rockers. Mark Farner (zang/gitaar/mondharmonica/toetsen), Don Brewer (drums/zang) en Mel Schacher (basgitaar/zang) vormen Grand Funk Railroad in 1969 na het uiteenvallen van “Terry Knight and the Pack”. Terry Knight werd producer van de eerste GFR platen.

Hun eerste elpee “On Time” en de tweede elpee “Grand Funk” verschenen nog in datzelfde jaar. Het meest opvallende van de groep was de rauwe blues-rock klank van de gitarist Mark Farner. Zijn stijl is een vervolg op de rockgitaarevolutie van de gitaarhelden uit de jaren zestig.  Hun doorbraak kwam tijdens het Atlanta Pop Festival. Het derde album “Closer To Home” in 1970 was anders in vele aspecten, de muziek meer gepolijst en de teksten diepzinniger. De opname van het tweede Atlanta Pop Festival in 1970 werd gebruikt voor “Live Album”.

In Nederland is Grand Funk Railroad vooral bekend geworden van de single ‘Some kind of wonderful’. In Amerika bereikte de rocktrack de 3e plaats in de Billboard Hot 100.  In de Nationale Hitparade kwam het nummer tot de 28e plaats. In 1979 kwam er een heruitgave en ditmaal kwam Grand Funk Railroad tot de 16e plaats.

 

Golden Earring – Ce Soir (Alarmschijf 1975)

Op 22 februari 1975 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Ce coir’ van Golden Earring. Het nummer is geschreven door de bandleden George Kooymans & Barry Hay en John Fenton. ‘Ce coir’ was afkomstig van de LP ‘Switch’. De album titel stond voor de verandering van de muzikale koers die de Haagse groep ging varen na succesalbum ‘Moontan’ (1973). Dit was natuurlijk het album waar wereldhit en carclassic ‘Radar Love’ op staat.

Op ‘Ce coir’ hoor je ook toetsenist Robert Jan Stips ( later the Nits). De sound van de single werd donkerder, symfonischer en experimenteler.  Toch ook weer een grote hit voor de Earring, want de single bereikt de 5e plaats in de Nederlandse Top Veertig.  Steve Harris van Iron Maiden is al jaren een trouwe fan van Golden Earring en zijn band heeft ‘Ce Soir’ gecoverd en op de plaat gezet.

 

ELO – Can’t Get it Out Of My Head (Troetelschijf 1975)

Foto: Wikipedia

Op 15 februari 1975 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Can’t Get It Out of My Head’ van Electric Light Orchestra. Het was de eerste single van hun album ‘Eldorado’, dat in 1974 uitkwam. Can’t Get It Out of My Head” is geschreven en geproduceerd door frontman Jeff Lynne. ELO`s frontman pende het nummer in de voorkamer van zijn ouderlijk huis. De song zou het antwoord zijn op z’n vaders scherpe kritiek dat zijn eerdere songs geen goede melodieën zouden bevatten.

De Engelse groep werd in 1971 opgericht door Roy Wood, Jeff Lynne en Bev Bevan en kwam voort uit de sixties band The Move. In 1973 behaalden ze voor het eerst de Nederlandse hitparades met de single ‘Roll over Beethoven’, geschreven door Chuck Berry. ‘Showdown’ was daarvan de opvolger. John Lennon kon het nummer wel waarderen; hij vond ELO de rechtmatige opvolger van The Beatles.

Wood was toen al vertrokken bij de ELO; dat deed hij kort na het verschijnen van het debuutalbum in 1971. Hierna werd Lynne de onbetwiste leider van de groep. De single ‘Can`t get it out of my head’ werd de eerste top 10-hit van de groep in Amerika, waar het piekte op de negende positie in de Billboard Hot 100.  Vreemd genoeg deed deze single niks in hun eigen land. In de Daverende Dertig bereikte ELO de 20e plaats.  In 2012 bracht Lynne een nieuwe versie van “Can’t Get It Out of My Head” uit op een compilatiealbum met twaalf opnieuw opgenomen ELO-nummers.

 
Translate »