Billy Swan – I Can Help (Alarmschijf 1974)

Op 30 november 1974 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘I can help’ van Billy Swan. De Amerikaanse zanger schreef het nummer voor zijn LP met dezelfde titel: ‘I can help’. Ervaring in het schrijven van liedjes had William Lance zeker. Al in 1962 smaakte hij zijn eerste succes als songwriter met het nummer ‘Love please’, dat een grote hit werd in Amerika voor Clyde McPhatter. Billy zou ook songs schrijven voor artiesten als Conway Twitty, Waylon Jennings en Tony Joe White.

Naast het schrijven van liedjes maakte Billy zelf deel uit van de band Mirt Mirly & The Rhythm Steppers. In 1972 kwam Billy’s eerste solo plaat ‘Rock on with rhythm’ uit, met daarop onder meer het bekende nummer ‘Lover please’ (met Kris Kristofferson & Rita Coolidge). Twee jaar later verscheen zijn LP ‘I can help’. De titelsong nam Swan op in amper twintig minuten tijd.

Billy: “Ik schrijf zeker niet altijd zo snel maar ik weet wel dat de nummers die snel komen vaak de goede zijn.” Swan schreef het lied op een RMI-orgel,  dat Kristofferson en zangeres Rita Coolidge voor hem hadden gekocht als huwelijkscadeau. ‘I can help’ werd een grote internationale hit. Zo ook in Nederland, waar het de eerste plaats behaalde in de Nederlandse Top Veertig. In 1975 werd ‘I’m her fool’ nog een bescheiden hit voor de zanger. Daarna volgde de top tien hit ‘Everythings the same’ en ‘Just want to taste your wine’ (1979). Later zou Billy zich aansluiten bij de band van Kris Kristofferson, met wie hij ook zou gaan toeren.

 

Gary Shearston – I Get A Kick Out Of You (Troetelschijf 1974)

Op 23 november 1974 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘I get a kick out of you’ van Gary Shearston. Het nummer werd heel veel jaren eerder geschreven door Cole Porter. Het nummer werd voor het eerst gezongen in de Broadway Musical Anything Goes in 1934.  De uitvoering van de Australische zanger Shearston stond op zijn LP ‘Dingo’. In Nederland was ‘I get a kick out of you’ zijn enigste hit in de Nationale Hitparade. Het behaalde de 18e plaats in de lijst. Het liedje is talloze malen gecoverd, zoals door Frank Sinatra, Dolly Parton, Ella Fitzgerald en Tony Bennett & Lady Gaga.

 

BTO – You Ain’t Seen Nothing Yet (Alarmschijf 1974)

Op 23 november 1974 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘You ain’t seen nothin’ yet’ van Bachman-Turner Overdrive. Twee van de bandleden schreven de rocksong: Randy Bachman en Fred Turner en het stond op de LP ‘Not fragile’. Randy Bachman maakte eerder deel uit van The Guess Who en Ironhorse.  Bachman-Turner Overdrive staat voor de afkorting BTO en bestond uit de broers Randy, Robbie en Tim Bachman plus Fred Turner, Blair Thornton en Jim Clench.  De voorganger van BTO was de band Brave Belt, in 1970 opgericht door The Guess Who-leden Randy Bachman en Chad Allan samen met Robbie Bachman en Fred Turner. De boys wilden ook Keith Emerson van The Nice erbij, maar deze moest wegens ziekte afhaken. Na twee albums werd Allen vervangen door Tim Bachman en veranderde de band zijn naam in Bachman-Turner Overdrive.

BTO bracht hun eerste twee albums in 1973 uit. Van Bachman-Turner Overdrive II is “Takin’ care of business” afkomstig, één van hun grootste hits.  In 1974 werd Tim Bachman vervangen door Blair Thornton. Het derde album van de band, ‘Not fragile’, leverde de grote hit ‘You ain’t seen nothin’ yet’ op. In Nederland zijn ze vooral van deze rocktrack bekend. Toch was het nummer een toevaltreffer. De track ontstond als basis/oefentrack voor het inspelen bij de opnamen van het album ‘Not fragile’.

De track werd daarbij vanuit een instrumentaal nummer dat was gebaseerd op gitaarspel van Dave Mason steeds meer aangevuld, maar Randy Bachman zag er serieus stuk muziek in. Toen BTO het album had opgeleverd, kwam manager Charlie Fach van Mercury Records met de dooddoener dat er geen bruikbare single op het album stond. De overige bandleden stelden voor de oefentrack er op te zetten. Randy Bachman zag er nog steeds niet in, maar na drie weken gaf hij zich gewonnen.

Hij wilde dit muzikale grapje dan wel op de LP zetten, maar de zang moest over.  Nadat de eerste single ‘Roll on down the highway’ een veertiende plaats in Amerika had gehaald werd ‘You ain’t seen nothin’ yet’ uitgebracht.  Wederom niet zonder slag of stoot. Fach moest opnieuw bij Bachman aandringen om het als single uit te geven, omdat de radiostations in met name in Amerika het nummer maar bleven draaien. Bachman stemde zuchtend toe.  De single werd in Amerika een nummer 1 hit en bereikte de 3e plaats in de Nederlandse Top Veertig.

 

Fungus – Kaap’ren Varen (Troetelschijf 1974)

Op 16 november 1974 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Kaap’ren’ van Fungus. Het nummer was een traditional en bekend als een zeemanslied. Roy Beltman (BZN) produceerde het liedje. ‘Kaap’ren varen’ staat op het titelloze album, hun debuut uit 1974. De plaat telde naast Nederlandse traditionals, voor de helft Engelstalige nummers.  Fungus werd in 1972 in Vlaardingen opgericht door Fred Piek en Bob Dekenga, en iets later aangevuld met Kees Maat.  Ze stopten in 1979. In dat jaar richtte Fred Piek met Wim Kerkhof het duo The Amazing Stroopwafels op. ‘Kaap’ren varen’ behaalde de 29e plaats in de Nationale Hitparade.

 

The Cats – Come Sunday (Alarmschijf 1974)

Op 16 november 1974 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Come sunday’ van The Cats. Het nummer werd gepend door twee Amerikaanse songwriters: Lane Cauddell en Harry Lloyd. ‘Come Sunday’ was te vinden op de LP ‘Hard to be friends’. Deze plaat was opgenomen in Amerika, het land waar The Cats hoopten door te breken. Dat lukte echter niet. Een tournee door Amerika werd op het laatste ogenblik afgelast. ‘Come Sunday’ was de laatste Alarmschijf voor de Volendamse groep. In totaal hebben ze er zes verzameld. ‘Come Sunday’ behaald de 5e plaats in de Nederlandse Top Veertig.

 

Catapult – Teeny Bopper Band (Troetelschijf 1974)

Op 9 november 1974 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Teeny bopper band’ van Catapult. Het nummer werd geschreven door de band zelf: Aart Mol, Erwin van Prehn, Geert Jan Hessing, Elmer Veerhoff en Cees Bergman plus Jacobus Gimmik (aka Jaap Eggermont). Catapult was opgericht uit een fusie van Axis Purple en Oriental Garden. Catapult kan worden gezien als het Nederlandse antwoord op Britse glam bands. Opvallend waren hun glimmende outfits en kapsels, met een matje in de nek. Dit alles gecomplementeerd met torenhoge plateauzolen! 

In de eerste single ‘Hit the big time’ verwerkten ze hun ervaringen van hun gezamenlijke vakantie aan de stranden van Lloret de Mar. Het succes van bands als The Sweet en Slade moest als lichtend voorbeeld dienen. De opvolger ‘Let your hair hangdown’ sloeg niet alleen in Nederland, maar o.a. ook in Oostenrijk, Zwitserland, Engeland en Duitsland aan.  In de nazomer van 1974 worden met Jaap Eggermont in de studio van Phonogram en Frans Peters opnamen gemaakt voor de debuut-LP van Catapult. Met daarop ook het nummer ‘Teeny Bopper Band’, dat de groep op het lijf geschreven was. Het nummer bereikt de 8e plaats in de Nationale Hitparade.

 

Albert West – Simone (Alarmschijf 1974)

Op 9 november 1974 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Simone’ van Albert West. Het nummer werd geschreven door England Dan & John Ford Coley. Deze twee mannen zouden in 1976 zelf een grote Amerikaanse hit op hun naam brengen met ‘I’d really love to see you tonight’. Ook het B-kantje van Albert verdient een opmerking. ‘Sitting in a palmtree’ was namelijk gepend door Björn Ulvaeus & Benny Anderson van ABBA.

Een jaar eerder verliet Albert de groep The Shuffles om solo verder te gaan. In het voorjaar van 1973 wordt zijn eerste solo single’ Ginny Come Lately’, een cover van Brian Hyland, een grote hit. Ook internationaal: in Oostenrijk blijft West zelfs bijna een jaar lang in de hitlijst staan. Het werd daar een nummer 1 hit en hield dat 12 weken vol.  Ook de covers ‘Tell Laura I Love Her’ en ‘Put Your Head On My Shoulder’ behalen een stevige notering in de Veronica Top Veertig.

Maar 1974 was niet zo’n goed jaar voor de sympathieke zanger. ‘Just one of life’s little tragedies’ en ‘It keeps right on a hurtin’ worden kleine hitjes. Het succes voor ‘Simone’ komt dan ook als geroepen. Het nummer behaalt de 16e plaats in de hitlijst. Een jaar later zou Albert meedingen in het Nationale Songfestival met ‘De laatste trein’ (Ýou and me’), die hem terug zou brengen naar de top tien van de Nederlandse Top Veertig.

 

Leo Sayer – Long Tall Glasses (Troetelschijf 1974)

Op 2 november 1974 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Long tall glasses’ van Leo Sayer. Hij schreef het nummer samen met David Courtney. De single stond op zijn LP ‘Just a boy’. ‘Long tall glasses’ betekent de doorbraak van Leo Sayer in Nederland.  Eind jaren 60 begon Sayer als lid van de Terraplane Blues Band uit Londen.  In 1971 formeerde hij de band Patches met drummer Dave Courtney. Courtney had ook gespeeld met de bekende popster Adam Faith. Deze begon begin jaren 70 een management voor artiesten.

Leo Sayer was een van de eerste artiesten die hij een contract aanbood, nadat in 1973 Roger Daltrey, zanger bij The Who, een solohit had met Sayer’s compositie ‘Giving it all away’.  Datzelfde jaar bereikte Sayers tweede single ‘The show must go on’ in november de nummer 2-positie in de Engelse hitlijst. Niet in Nederland, ook al mocht Leo er mee optreden in AVRO’s TOP POP. Three Dog Night coverde ‘The show must go on’ en scoorde er o.a. in Nederland een hit mee. Maar in 1974 was het dan ook raak in Nederland.  ‘Long Tall Glasses’ behaalde de eerste plaats in de Nationale Hitparade.

 

Sailor – Traffic Jam (Alarmschijf 1974)

Op 2 november 1974 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Traffic jam’ van Sailor. Het nummer was geschreven door frontman Georg Kajanus.  Naast hem maakten Phil Pickett, Henry Marsh en Grant Serpell deel uit van de groep.  “Traffic jam’, hun debuut single,  werd in eerste instantie alleen in Duitsland en Portugal uitgegeven, maar de Nederlandse radio liep later ook warm voor het liedje en pikte het op.  Behalve veelvuldige airplay ( geregeld te horen als Alarmschijf) leverde ook het filmpje op Top Pop met de Britten in zeemanspakjes de aandacht op. Het resulteerde in een grote hit.

‘Traffic Jam’ handelt over de geschiedenis van de file, een onderwerp dat toen al speelde. Niet alleen in Londen en Manchester, maar ook in Nederland, met de vaste files op Knooppunt Oudenrijn en nabij de Coentunnel. Op de B-kant van de vinyl single stond het nummer ‘Harbour’.  Uiteindelijk een collecters item, want dit liedje kwam niet terecht op een album van Sailor. ‘Traffic jam’ van Sailor behaalde de 4e plaats in de Nederlandse Top Veertig.

 

Duane Eddy viert vandaag zijn 84e verjaardag

Duane Eddy viert vandaag zijn 84e verjaardag. Gefeliciteerd!  De Amerikaanse gitarist brak eind jaren vijftig in Amerika door met een aantal instrumentale rock-‘n-rollhits. Op zijn 15e kocht Duane Eddy zijn eerste gitaar: een “Goldtop Les Paul”. Twee jaar later ging hij spelen samen met schoolmaat Jimmy Delbridge (piano). Het tweetal en maakte zijn radiodebuut op de lokale zender KCKY. Het duo noemde zich een tijdje “The Pinal Country Twisters” en raakte bevriend met radio-diskjockey Barton Lee Hazlewood.

Regelmatig ondernam het trio onder leiding van Lee tripjes naar Phoenix voor countrymuziek in Madison Square Garden, waar de mannen de jonge gitarist Al Casey leerden kennen.  In de zomer van 1955 reden ze gedrieën naar Ramsey’s Recorders in Phoenix waar Lee de eerste plaat van het duo Jimmy & Duane produceerde: ‘I want some lovin’ baby’/’Soda fountain girl’. Lee Hazlewood betaalde $150 om de opnames te persen. In 1956 verscheen het duo op tv (KTVK in Phoenix), in de show ‘The Hit Parade’. Eddy ontwikkelde een eigen twangy Rock-‘n-Roll-elektrische-gitaar-sound, en maakte zich los van het country-imago.

Op 9 januari 1959 werd Duane Eddy’s debuutalbum, “Have Twangy Guitar Will Travel “, gelanceerd waarmee hij direct groot succes had. De lp bezorgde hem een nummer 5-notering in de lp-lijsten en bleef 82 weken in de hitlijst genoteerd staan. Zijn grootste successen beleefde Duane Eddy in de eerste helft van de jaren zestig.  In 1959 haalde Eddy ook met de single “Forty Miles Of Bad Road” de top 10. Een jaar later vertolkte hij de titelsong van Dick Clarks “Because They’re Young”, een nummer met Eddy’s sonore gitaarsound tegen violen op de achtergrond. Dit nummer is ook veel gebruikt door zeezenders in de sixties. Zoals Radio Veronica (o.a. Klaas Vaak, Hans Mondt), Radio Noordzee, Radio Caroline en Radio Miamigo (Frans van der Mast).

Andere hits van Duane Eddy waren o.a. “Rebel Rouser” (1958), “Forty Miles of Bad Road” (1959), “Londonderry Air” (1961), “Dance with the Guitar Man” (1962) en “Boss Guitar” (1962).  Na 1963 was het scoren van hits voor Duane Eddy voorbij, door opkomst van andere bands/muziekstromingen en met name de Britse invasie van groepen als The Beatles.

Een remake van Henry Mancini’s thema van de televisieserie Peter Gunn, die Duane Eddy opnam met de Britse band Art of Noise kreeg in 1986 de Grammy Award voor Beste Rock Instrumental.

 
Translate »