10cc – Rubber Bullets (Troetelschijf)

Op 16 juni 1973 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Rubber bullets’ van 10cc. Het nummer werd door drie bandleden van de Britse band geschreven: door Kevin Godley, Lol Creme en Graham Gouldman. ‘Rubber bullets’ was te vinden op hun debuut LP ‘10cc’. Daar stond ook hun hit ‘Donna’ op. Terug naar de Troetelschijf: het nummer veroorzaakte controverse in eigen land. Het ging over een Sergeant Baker, die wel enige gevangenen met rubber kogels zou willen beschieten in de plaatselijke gevangenis. Tegelijkertijd begon echter het Engelse leger daadwerkelijk rubber kogels te gebruiken in Noord-Ierland. ‘Rubber bullets’ werd zowel in Engeland als Ierland een nummer 1 hit. Zo niet in de Daverende Dertig, want daar behaalde 10cc geen hit notering.

 

Earth & Fire – Maybe Tomorrow Maybe Tonight (Alarmschijf)

Op 24 februari 1973 ging de Alarmschijf van Radio Veronica naar ‘Maybe Tomorrow, Maybe Tonight’ van Earth & Fire. Dit nummer kwam van de het conceptalbum ‘Atlantis’, met op de A-kant een spirituele trip over de opkomst en ondergang van dat mythische rijk. De B-kant bevatte vijf lossen nummers, waaronder het energiek en gedreven ‘Maybe tomorrow,  maybe tonight’. Met de opnames werd gestart op 6 oktober 1972 in de Phonogram Studio’s in Hilversum. Eggermont werd voor de productie geassisteerd door Freddy Haayen.

Het album ‘Atlantis’ bereikte de gouden status. Achteraf was de band niet helemaal tevreden over deze 3e LP. Ze vonden dat als ze iets meer tijd was gegund, het album veel beter zou zijn geworden. Gerard Koerts vulde dit aan door te stellen dat de platenmaatschappij hen onder druk had gezet. ‘Maybe Tomorrow, Maybe Tonight’ werd geschreven door de drie bandleden Gerard en Chris Koerts & Hans Ziech. Die laatste zou in 1974 de groep verlaten en vervangen worden door Theo Hurts. Ziech blijft nog wel enige tijd componeren voor de groep. Bij de concurrenten van Radio Noordzee Internationaal werd het nummer ook uitgeroepen tot Treiterschijf. Het werd een grote hit en bereikte de 2e plaats in de Veronica Top Veertig. Earth & Fire won in 1973 ook nog een Zilveren Harp, bedoeld als aanmoedigingsprijs als veelbelovende groep. Een beetje laat, dat wel.

 

Colin Blunstone – I Want Some More (Troetelschijf)

Op 9 juni 1973 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘I want some more’ van Colin Blunstone. Het nummer van de Britse zanger is afkomstig van het tweede soloalbum ‘Ennismore’. Deze plaat leverde nog twee hits op: ‘Andorra’ en ‘I don’t believe in Miracles’. Colin brak door met de band The Zombies. Hij vormde de groep in 1964 met toetsenist Rod Argent, gitarist Paul Atkinson, bassist Chris White en drummer Hugh Grundy. Samen scoorden ze een behoorlijk aantal hits, waaronder ‘She`s Not There’(later succesvol gecoverd door Santana) en “Time Of The Season’, een vette hit.

In 1968 zit er geen muziek meer in The Zombies en valt de band uit elkaar. Een jaar later maakte Colin een start met zijn solocarrière. Eerst onder de naam Neil McArthur. Zo kreeg ‘She`s Not There’ een tweede leven en werd opnieuw een hit! Ook ‘It’s Not Easy’ en ‘Never My Love’ waren enkele van zijn succesvolle tracks onder deze naam. In 1971 brengt Blunstone zijn eerste soloalbum ‘One Year’ uit, met o.a. ‘Caroline Goodbye’. Dit nummer ging over zijn verbroken relatie met fotomodel en actrice Caroline Munro).

‘I want some more’ schreef Colin zelf, met als producers zijn voormalige Zombies maatjes Rod Argent en Chris White. Het liedje bereikte de 10e plaats in de Daverende Dertig.

 

Bill Withers scoort hit met ‘Ain’t No Sunshine’ (1971)

Op 20 november 1971 komt ‘Ain`t no sunshine’ van Bill Withers binnen in de Hilversum 3 Top 30. Het is één van Bill’s bekendste nummers en was zijn eerste hit in Nederland.  ‘Ain’t no sunshine’ was trouwens niet eens bedoeld als A-kant. Dat was namelijk ‘Harlem’.  Maar DJ`s draaiden toch vooral de flipside en zo groeide ‘Ain`t no sunshine’ uit tot de officiële single. Withers schreef ‘Ain’t No Sunshine’ zelf. Hij kreeg inspiratie voor het lied bij het zien van de film Days of Wine and Roses uit 1962.  Withers werkte, toen hij het nummer componeerde, nog in een fabriek, waar toiletten voor Boeing 747s werden gemaakt. Ondertussen maakte hij ook demo`s, waarvoor aanvankelijk niemand interesse toonde. Tot dat Clarence Avant van Sussex Records begin 1970 een demo hoorde en onmiddellijk Withers een contract bij deze platenmaatschappij liet tekenen.

Avant bracht Whiters in contact met Booker T Jones van Stax Records, die Withers’ debuutalbum ‘Just as I am’ produceerde. Op dat album staan de hits ‘Ain’t No Sunshine’ (dat meteen een Grammy Award voor beste R&B song kreeg), ‘Grandma’s Hands’ (in 1996 gesampled door Blackstreet op hun hit No diggity) en tot B-kant gedevalueerde ‘Harlem’. Het nummer, dat ook Treiterschijf werd bij Radio Noordzee Internationaal, behaalde de 19e plaats in de Hilversum 3 Top 30.  Het nummer is een kleine 200 maal gecoverd. Zoals door Barry White, Bob Marley, Ed Sheeran, James Taylor, Maroon 5, Neil Diamond en Sting. De bekendste was van Michael Jackson, die er ook een grote hit mee wist te scoren.

 

Cocktail Trio – Lief zijn voor elkaar (Alarmschijf)

Op 17 februari 1973 ging de Alarmschijf van Radio Veronica naar ‘Lief zijn voor elkaar’ van het Cocktail Trio. Het carnavalsnummer werd geschreven door Ad v. d. Gein en José Marcello. Het rio was vooral populair in de jaren vijftig en zestig. Het Cocktail Trio werd gevormd in 1951 door Ad van de Gein (piano) met Tonny More (gitaar) en Carel Alberts (contrabas).  Al voor het Veronica Top Veertig tijdperk werden nummers als ‘Kangoeroe eiland’, ‘Batje vier’ en ‘Grote Beer’ succesvol. De allergrootste hit was ‘Het vlooiencircus’ (1965). Ook ‘Wie heeft de sleutel van de jukebox gezien’ werd een hit. Eind jaren zestig neemt het succes af en vertrekt André Meurs als tekstschrijver. ‘Lief zijn voor elkaar’ is de laatste hit van het Coctal Trio. Een 19e plaats is de hoogste notering in de Veronica Top Veertig.

 

ABBA – ‘Ring, Ring’ (Troetelschijf)

Op 2 juni 1973 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Ring ring’ van ABBA. Hoewel: op dat moment was de naam van het Zweedse viertal nog Björn & Benny, Agnetha & Anni-Frid. Het nummer werd niet alleen geschreven door Benny Andersson & Björn Ulvaeus, maar mede door Stig Anderson, Neil Sedaka en Phil Cody.  Eerder dat jaar wasren Björn, Benny en hun manager Stig uitgekozen om de Zweedse inzending van het Eurovisiesongfestival 1973 op te nemen. Na een paar dagen kwamen Andersson en Ulvaeus met de muziek van het nummer ‘Ring Ring’ met als werktitel ‘Klocklåt’, wat zoveel betekent als “Klokslag”.

Stig Anderson schreef er een Zweedse tekst bij met de bedoeling er een modern popnummer van te maken, wat in zou gaan tegen de traditionele songfestivalnummers van toen. Nadat het nummer zijn uiteindelijke titel ‘Ring Ring’ kreeg, werd Neil Sedaka gevraagd een Engelse versie van de tekst te maken teneinde het liedje een meer internationale uitstraling te geven.

Op 10 januari 1973 werd het nummer opgenomen in een studio in Stockholm. Michael B. Tretow, technicus van dienst, zorgde voor wat later de typische ABBA-sound zou worden genoemd. Tretow, die ook later nog zou meewerken aan de productie van Abba-albums, was op dat moment helemaal in de ban van producer Phil Spector. Deze producer stond toen bekend als de bedenker van de zgn. wall of sound. Spector gebruikte hiervoor verschillende muzikanten die op hetzelfde moment dezelfde instrumenten bespeelden in een opnamestudio. Aangezien dit voor Polar Music te duur was, experimenteerde Tretow door meerdere opnames van dezelfde instrumenten te maken, deze samen te voegen en zo toch (de illusie van) een orkestgeluid te creëren. Het spoor waarop de stemmen stonden, werd iets versneld, waardoor deze hoger klinken dan op de oorspronkelijke opname. De ABBA-sound was een feit.

Op 10 februari 1973 traden Björn & Benny, Agnetha & Anni-Frid met het nummer op tijdens de nationale preselectie van het Songfestival, het zgn. Melodifestivalen. Tot hun teleurstelling eindigden ze op de derde plaats. Zweden koos voor de groep Nova met ‘you’re summer’.  De televisieopnames van deze voorronde zijn later door de Zweedse omroep gewist. Pijnlijk voor Zweden was, dat ‘Ring ring’ en internationale hit werd, terwijl Nova dat niet lukte. Het land besefte dat Björn & Benny, Agnetha & Anni-Frid een tweede kans verdienden en dat liet het viertal zien in 1974 met ‘Waterloo’.

 

Les Humphries Singers – Mama Loo (Alarmschijf)

Op 10 februari 1973 ging de Alarmschijf van Radio Veronica naar ‘Mama Loo’ van Les Humphries Singers. Het nummer werd geschreven door Les Humphries. Deze Brit begon zijn carrière in de muziek in het leger. Daar trad hij regelmatig op als pianist. Wanneer hij 25 is, verlaat hij het leger en verhuist eind jaren zestig naar Hamburg. Daar richt hij een popgroep op in de hoop een gooi te doen naar succes en dat lukte. Les Humpfries liet zich vooral inspireren door gospel en de razend populaire musical “Hair”.

Hij verzamelde een bont gezelschap aan zangers en zangeressen om zich heen en vormde de Les Humpfrie Singers. Daar zaten een paar artiesten tussen, die na het uiteenvallen van de groep, ook succesvol werden. Zoals Jürgen Drews, die in de Duitssprekende landen succesvol werd. Maar ook Liz Mitchell, die in de tweede helft van de seventies deel uit ging maken van Boney M.  Of Linda Übelherr, die Silver Convention kwam versterken.  Maar ook John Lawton, later de frontman van Uriah Heep.

Al in 1970 lachte het succes Les Humpfries toe. Met de single “To My Father`s House” bereikte de groep in het najaar van 1970 de 1e plaats van de Top 40. Een andere grote hit van Les Humpfries was “Mexico”, een voormalige country hit van Johnny Horton. ‘Mama Loo’ was de opvolger van dit nummer. Een veel minder grote hit; ‘Mam loo’ bereikte de 11e plaats in de Veronica Top Veertig.

 

Jo Jo Gunne – Ready Freddy (Troetelschijf)

Op 26 mei 1973 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Ready Freddy’ van Jo Jo Gunne. Het nummer van de Amerikaanse groep werd geschreven door bandlid Jay Ferguson en het stond op de LP ‘Bite down hard’. Ferguson maakte eerder deel uit van de rockband Spirit. Jo Jo Gunne tekende in 1971 een platencontract bij het pas opgerichte Asylum Records. De naam van de groep hadden ze ontleend aan de gelijknamige Chuck Berry-song uit 1958. De groep werd in 1975 ontbonden. Joe Ferguson ging solo en zou later in Amerika een grote hit weten te scoren met ‘Thunder island’. Jo Jo Gunne werd in rond 2004 in zijn originele bezetting heropgericht. Jay Ferguson, Mark en Matt Andes en Curly Smith toeren sindsdien weer samen en hebben in 2005 het nieuwe album ‘Big Chain’ ingespeeld. De troetelschijf ‘Ready freddy’ behaalde geen hit notering in de Daverende Dertig.

 

Robert Long – Let Us Try (Alarmschijf)

Op 3 februari 1973 ging de Alarmschijf van Radio Veronica naar ‘Let us try’ van Robert Long. Het nummer werd geschreven door Stephan Lego, Claudio Szenkar en John Möring. ‘Let us try’ was de eerste Engelstalige solo plaat van Robert Long na zijn Unit Gloria periode.  Met deze groep scoorde Long in 1969 een grote hit met ‘The last seven days’.  Willem van Kooten brengt vervolgens een demo-opname ‘The Storm’ uit op single om een graantje mee te pikken van het succes van de groep. Er volgen nog enkele kleine hits in het relipopgenre, die door John Möring werden geproduceerd.

Vanaf 1971 zong hij solo onder zijn definitieve artiestennaam Robert Long (een naam die verwijst naar zijn lengte van 1,92 meter). ‘Let us try’ was daar de eerste van. Het nummer behaalde de 11e plaats in de Veronica Top Veertig. Daarna volgde nog een bescheiden succes met ‘I believe in love’. Onder de naam Michael Hirschman brengt Robert Long in 1973 ook nog de single ‘Nothing Would Matter’ uit.  In april 1974 stapt hij over op Nederlandstalig en schopt hij heilige huisjes omver met de LP ‘Vroeger Of Later’, wat hem ongekend veel succes zou opleveren.

 

Cisco Kid – War (Troetelschijf)

Op 19 mei 1973 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Cisco kid’ van War. Het nummer werd door de band gezamenlijk geschreven en stond op de LP ‘The World Is a Ghetto’. Het liedje vertelt de avonturen van Cisco en Pancho, twee cowboys uit het TV programma The Cisco Kid uit de jaren vijftig. De oorsprong van de band gaat terug tot 1962, toen Howard E. Scott en Harold Brown in Compton de band The Creators oprichtten. Tijdens de opvolgende jaren kwamen Charles Miller, B.B. Dickerson, Lonnie Jordan, Lee Oskar en Papa Dee Allen bij de band, waarvan de naam in 1968 werd veranderd in Nightshift. Producent Jerry Goldstein bracht de overwegend als live-formatie optredende band samen met de zanger Eric Burdon, die zich net van The Animals had gescheiden.

Burdon wijzigde de bandnaam in War. In 1970 verscheen het album ‘Eric Burdon Declares War’, dat net als de hitsingle ‘Spill the Wine’ succesvol was. Er volgde het dubbelalbum ‘The Black-Man’s Burdon’.  In 1971 verliet Burdon de band tijdens een Europese tournee, zogenaamd wegens uitputting. De eerste zonder Burdon opgenomen lp ‘War’ was slechts een middelmatig succes, maar het daaropvolgende album ‘All Day Music’ bracht de band in 1971 uiteindelijk het benodigde succes.

Het eind 1972 uitgebrachte album ‘The World Is a Ghetto’ was het meest succesvolle album van 1973 in Amerika. De gelijknamige eerste single van het album kon zich bovendien plaatsen in de top 10 en ‘The Cisco Kid’ kwam op de 2e plaats in de Billboard Hot 100. In de Daverende Dertig bereikte War de 18e plaats.

 
Translate »